Wat ik leerde van een project waar in brieven de hoofdrol hadden
De eerste 2 regels uit een gedicht van Emily Dickinson werden de titel van een voorstelling waar in 600 brieven de hoofdrol hadden. Gedurende 2 jaar schreven Lola Bogaert en Anouk van Kolfschoten met 75 verschillende mensen. 10 brieven, daarna nooit meer:
This is my letter to the World
That never wrote to Me—
The simple News that Nature told—
With tender Majesty
Her Message is committed
Emily Dickinson
To Hands I cannot see—
For love of Her—Sweet—countrymen—
Judge tenderly—of Me
We schrijven elkaar 10 brieven en daarna nooit meer
Ik werd een van de 75 brievenschrijvers. Gedurende een half jaar schreef ik met Lola over mijn eerste zoen, woede, angst, verdriet en nog meer. Radicaal eerlijk. Ik keek uit naar de brieven, over welk onderwerp zou ik nu weer gevraagd worden te schrijven? Soms kreeg ik een brief waarin ze me vroeg over een onderwerp te vertellen en sloeg mijn hart een slag over, steeg het schaamrood me naar de kaken of kreeg ik spijt dat ik me aan dit project het gecommitteerd. Ging ik hier echt eerlijk antwoord op geven?
En toch deed ik dat, keer op keer weer.
En na 10 keer hield het ook inderdaad op.
Er ontstond geen leegte, gedurende al die maanden wist ik immers dat het na 10 keer klaar zou zijn.
Het speet me dat ik niet naar de première kon gaan vorig jaar september toen ook nog niet bekend was of en wanneer de voorstelling in Nederland te zien zou zijn.
De voorstelling
Woensdagavond 15 mei was het dan zover: in theater Kikker in Utrecht. Als we de theaterzaal binnenlopen zien we 2 dames (wie van hen zou Lola zijn? De vrouw met wie ik geschreven heb?) te midden van honderden brieven. Als beginnende tegelvloerleggers die de fout hebben gemaakt zichzelf klem te zetten.
Brieven in de hoofdrol
Naast feiten aan de hand van het onderzoek dat de dames losgelaten hadden op de inhoud van de brieven en hun schrijvers werden er gedurende de voorstelling 6 waslijntjes opgehangen waaraan steeds brieven van 1 schrijver gehangen werden. Terwijl Lola of Anouk hiermee bezig was werd een passage uit de brieven door ‘de schrijver’ voorgelezen. Tot mijn vereerde schrik werd ook uit mijn brieven iets uitgelicht. Een heftig verhaal eigenlijk nu ik het door de mond van een ander verteld hoor worden. Een verhaal uit een vroegere relatie waarin zowel hij als ik geen idee hadden hoe we elkaar lief moesten hebben. Pfff, kreeg het er warm van! Lola en Anouk vertellen dat het vaak heftig was om al die verhalen te lezen, om telkens opnieuw brieven te beantwoorden, zeker in de periode dat ze er soms wel 14 per week kregen. Al die levens van mensen die ze niet kennen. Al die verhalen die mensen met zich meedragen zonder dat je het weet als je hen voorbij loopt op straat.
Ik kon het niet bedenken: hoe maak je een voorstelling aan de hand van 600 brieven? Deelnemen aan het project vond ik bijzonder, de voorstelling is indrukwekkender dan ik voor mogelijk had gehouden.
Wat ik leerde gedurende dit project
- Verhalen hebben ruimte nodig. Een veilige ruimte waarin ze er gewoon mogen zijn. Zonder oordeel. Verhalen en hun bijkomende gevoelens vragen er alleen om erkent, gezien en gehoord te worden.
- Er ontstaat wederkerigheid wanneer je interesse in de ander toont. Vanaf de eerste brief was ik me bewust van het feit dat de makers op zoek waren naar bijzondere verhalen. Ik had ervoor kunnen kiezen om alleen te antwoorden op de onderwerpen en vragen in de brieven maar ik koos ervoor om ook zelf onderwerpen op te gooien en vragen te stellen.
- Je bent van betekenis. Het was vanaf het begin duidelijk dat deze brievenvriendschap na 10 brieven ophield. Dat er een hoofdrol was weggelegd voor de brieven. Toch waren mijn brieven, mijn verhalen, mijn openheid van betekenis in het onderzoek dat gedaan kon worden middels de brieven.
- Brievenschrijven werkt bevrijdend. Schrijven met iemand waar je niet dagelijks contact mee hebt werkt soms therapeutisch en bevrijdend. In een brief heb je tijd om je gedachten te ordenen zonder dat je gedachtenstroom onderbroken wordt. Soms komt er een verhaal dat gehoord wil worden op papier of ontstaat er al schrijvend een inzicht.
Liefs,